VAN MESSING

Prettig verward

Bespreking album Verwarde mannen – Van Messing

Na een geslaagd debuut is het altijd de vraag of de lang verwachte opvolger bestand is tegen de onvermijdelijk hoge verwachtingen. De Leiderdorpse formatie Van Messing was zich kennelijk bewust van deze druk, want het heeft zo’n drieënhalf jaar geduurd voordat de opvolger van de cd Aan het einde van de dag (2013) er kwam – met overigens een titel die op voorhand zowel intrigeert als enige zorgen baart: Verwarde mannen. Het goed verzorgde artwork met een inventief in elkaar gezette ‘het-leven-uit-een-dag’-collage is echter een eerste hoopvolle aanwijzing dat die verwarring vooral de katalysator is van creativiteit.

Doorgaans denk je bij verwarde mannen in eerste instantie aan van die midlife crisis-types met net iets te strakke broeken om hun beginnende buikjes: veelal late veertigers of vroege vijftigers die gaan knoeien met haarverf en experimenteren met voor hun leeftijd te hippe kapsels, te rode schoenen en te jonge vrouwen, of aan onopvallende kantoormuizen die in het weekend op een Harley spelen dat ze born to be wild zijn.

Niets van dit alles bij de heren van Van Messing. De verwarring zit hem zo te horen gelukkig met name in het zoeken en tasten naar wat werkelijk van waarde is, nu de schaduwen langzaam maar gestaag toch wat langer beginnen te worden. Het lome namiddagbriesje is inmiddels een al wat frissere avondkoelte geworden en het wordt langzamerhand tijd voor een trui. Stonden ze op hun debuutplaat nog met één been in het grijze gebied van de oudere jongere, inmiddels hebben ze dat been tijdig bijgetrokken en is het gevaar van een onmogelijke spagaat geweken. Maar nu zijn ze terechtgekomen in een nieuwe schemerzone, een plek waar minstens zoveel verleden is als toekomst. Er wordt dus onvermijdelijk wat meer gereflecteerd dan voorheen, misschien ook wel wat meer getwijfeld.

In muzikaal maar zeker ook in tekstueel opzicht betekent dit per saldo: nog steeds onmiskenbaar Van Messing, maar met een mes(sing)puntje meer ingetogenheid, een snufje meer relativering en een toefje meer weemoed. Het komt erop neer dat Ton Bavelaar (gitaar, zang), Ed Swart (basgitaar), Daan Andriessen (toetsen, gitaar, mondharmonica, zang), Tjeerd Siersma (zang) en Coen Oldenkamp (drums) even ambitieus zijn als in hun jonge(re) jaren; hun ambitie gaat echter niet langer gepaard met voornamelijk bravoure, maar behelst eerder een verder zoeken naar balans.

Zo bezien is het dromerige en door de instrumentale virtuositeit van Daan Andriessen betoverde openingsnummer ‘Bofvogel’ al meteen een overtuigend voorbeeld van deze subtiele verschuiving. Na het wat ruigere en hoekige ‘Venus en Mars’ over de eeuwige strijd tussen de seksen bespeelt ‘Ik raak jou’ – in feite handelend over hetzelfde thema, maar dan wat persoonlijker – weer dat gevoelige register, met een prachtig gitaarthema, een fraai arrangement en een sfeervolle blazer aan het eind. Het geestige en reggae-achtige ‘Bijwerkingen’, met een heerlijk aanstekelijk basintro van Ed Swart, het immer stabiele akoestische fundament van de band, heeft naar mijn gevoel nog meer met de bijwerkingen van het jachtige leven te maken dan die van bepaalde medicijnen.

En dan komt wat mij betreft de grote verrassing van de plaat: ‘Water tot mijn lippen’ lijkt het aangrijpende relaas van iemand die net uit een depressie is gekropen en bepaald nog geen vaste grond heeft gevonden. De openhartige tekst, de sobere en aangrijpende gitaar- en klarinetbegeleiding en vooral de precies bij de tekst en sfeer passende breekbare en doorleefde stem à la Johnny Cash van Ton Bavelaar verlenen dit nummer een bijzondere kwaliteit.

Het soepele, welluidende timbre van Tjeerd Siersma is dan juist weer geknipt voor een volmaakte tegenpool van dit kwetsbare nummer, namelijk ‘De laatste tram naar Moscou’, een al wat ouder nummer met dat typerend heldere en sprankelende ‘VM’-keurmerk. ‘Onderweg’ onderscheidt zich door het contrast tussen enerzijds de tamelijk confronterende tekst over vergankelijkheid, vergeefsheid en de pogingen daarmee om te gaan, en anderzijds de relaxte melodie en begeleiding. Met ‘De schepper van God’ geeft de band een stevig commentaar op het religieus fundamentalisme, maar zonder nadrukkelijk een sekte of groepering te noemen, zoals ze ook in ‘Bofvogel’ bijna terloops foute bankiers en haatzaaiende populisten even aantikken met de melodie en op hun plek zetten met de tekst.

De cd eindigt waardig en bepaald niet in mineur met ‘Vandaag geen vlees’ en ‘Zen’, met het aan duidelijkheid niets te wensen overlatende refrein ‘ik voel me goed, ik voel me zen’. De frase ‘even ontspannen aan het einde van de dag’ is – dat kan haast niet anders – een knipoog naar hun debuut, maar lijkt daarnaast een perfecte metafoor voor het huidige credo van de band: we worden wel ouder, maar we laten ons niet gek maken. En steeds roffelt ‘jonkie’ Coen Oldenkamp er zen en ontspannen, maar o zo functioneel en adequaat, op los: welwillend begeleidt hij met schwung zijn al wat oudere mede-bandleden door de hele plaat heen op hun zoektocht waarheen ze maar willen.

Van Messing is – het is al eerder opgemerkt – een geoliede en perfect op elkaar ingespeelde band die nog het echte Nederlandstalige, ambachtelijke en zelf geschreven poplied beheerst en als handelsmerk heeft. Natuurlijk zijn de mannen beïnvloed door beroemde voorgangers in de bloeitijd (eerste helft van de jaren tachtig) van het genre dat ze beoefenen. Maar steeds weet de groep een eigen geluid, een persoonlijke draai en een unieke eigentijdse sfeer mee te geven aan hun nummers. Hierbij komt dat de zang altijd goed verstaanbaar is, wat bij Nederlandstalig lang niet altijd vanzelfsprekend is: ik hoef de namen Frank Boeijen en Martin Buitenhuis (Van Dik Hout) maar te laten vallen en iedereen weet wat ik bedoel.

Verwarde mannen klinkt allesbehalve verward, maar de musici zijn zich wel degelijk bewust van hun toegenomen kwetsbaarheid, van het weerloze van alles wat van waarde is. Ze worstelen soms met de vergankelijkheid én met de verwarring die dat kan losmaken. Maar ook hoe je hier met levenslust, humor en relativeringsvermogen mee kunt omgaan. Deze uitgebalanceerde cd van dit prettig verwarde collectief kan zich meten met het glanzende debuut, en dat zegt op zich al genoeg over de constante kwaliteit en creativiteit van Van Messing. Ik hoop dat de verwarring bij de mannen niet al te snel oplost, zodat ze nog een tijdje doorgaan met hun artistieke odyssee – de muziekliefhebber verdient het.

Arie de Geus

© 2024 VAN MESSING

Thema door Anders Norén